Fëdor Michajlovič Dostoevskij (A.O Bauman/Wikimedia Commons)

Mijn vriend Dostojevski

Op de 200e geboortedag van Dostojevski spreekt voormalig aartsbisschop van Canterbury Rowan Williams over hoe het Russische genie zijn manier van kijken heeft veranderd.
Giuseppe Pezzini

Op 11 november is het 200 jaar geleden dat Fëdor Michajlovič Dostojevski, een van de meest indrukwekkende en mysterieuze figuren uit de wereldliteratuur, werd geboren. De speler, Misdaad en straf, De idioot, Demonen, De gebroeders Karamazov. Wie anders kan bogen op zo'n oeuvre van meesterwerken? Zij die van hem houden doen dat met onvoorwaardelijke liefde, die diep en vol dankbaarheid is. Onder hen is Rowan Williams, voormalig aartsbisschop van Canterbury (2003-2013), en internationaal vermaard theoloog, literair criticus, schrijver en dichter. Hij wordt beschouwd als een van de meest briljante Engelstalige geleerden en publiceerde in 2008 een boek over Dostojevski: Dostojevski: Language, Faith and Fiction. Rowans langdurige vriendschap met Fjodor Michajlovitsj is gegroeid en werd gevoed door een blijvende interesse in de Russisch-orthodoxe theologie, waaraan hij zijn doctoraalscriptie wijdde. De titel van zijn nieuwste boek is Looking East in Winter (2021), wat klinkt als een regel uit een autobiografisch gedicht. We vroegen hem hoe deze grote schrijver zijn leven en zijn manier van kijken naar de wereld heeft veranderd. En waarom Dostojevski vandaag de dag het lezen - of opnieuw lezen - waard is.

Kunt u ons vertellen over uw vriendschap met Dostojevski?
Het is een groot geschenk te kunnen spreken over deze schrijver die voor mij zo'n baken, zo'n oriëntatiepunt is geweest gedurende zovele jaren. Ik kwam voor het eerst in aanraking met Dostojevski toen ik een tiener was, meestal door fragmenten in boeken van anderen. Ik was gefascineerd omdat er hier een schrijver was met duidelijk eigentijds realisme, diepgang en moed, en die ook een diepgeworteld orthodox christen was. Ik was echter pas toe aan het lezen van De gebroeders Karamazov toen ik student was. Ik heb nog steeds de uitgave die ik las toen ik twintig was, en daarin staan een of twee kleine aantekeningen die me iets zeggen over wat me toen trof. Een van de aantekeningen is een citaat dat ik in die tijd van een priester had gehoord: "De twintigste eeuw kan nog steeds de taal van God verstaan, omdat het de taal van Golgota is."

Rowan Williams (foto: Catholic Press)

Waarom heeft u dat opgeschreven?
Ik schreef dat omdat het een deel was van wat ik hoorde toen ik de roman las. De taal van God is de taal van menselijke extremiteit, verlorenheid en lijden. We ontmoeten God niet alleen op momenten van extase en vervulling; we ontmoeten God op momenten van verbijstering en verlies, en de herkenning van onze eigen innerlijke onrust en soms onze eigen innerlijke leegte. Ik las dat in De gebroeders Karamazov, ik voelde het bij mezelf en in mijn wereld. De jaren die volgden waren echt mijn eerste kennismaking met de grote romans, portretten van een verloren en verwarde samenleving, en de manier waarop diep destructieve krachten zich daarin kunnen mengen. Dit zijn dus de romans waarnaar ik ben blijven terugkeren. Daarna heb ik mijn lectuur uitgebreid en gekeken naar vroegere werken, vooral Aantekeningen uit het ondergrondse en Dagboek van een schrijver - een verzameling van zeer verschillende en nogal dubbelzinnige geschriften. Maar ik keerde naar hem terug, zoals u zegt, als een vriend, een zeer uitdagende, kritische, moeilijke, gênante vriend, maar niettemin een diepe relatie.

Wat bewondert u aan Dostojevski's schrijven?
Hij heeft een buitengewoon talent om enkele zeer memorabele details te ensceneren. Het kan een detail zijn over iemands persoonlijke verschijning, of het kan een detail zijn over de kamer waar mensen zich in bevinden. Hij vat de verschrikking of de gruwelijkheid van een scène bijna samen, niet door een enorme hoeveelheid details, maar door één klein, ogenschijnlijk neutraal detail.

Bijvoorbeeld?
Het werkelijk vreselijke verslag in Demonen van Stavrogin's verleiding van een klein meisje. Stavrogin gluurt door een kier in de deur hoe het meisje zichzelf ophangt, en herinnert zich plotseling dat hij een klein rood spinnetje bij een raam zag. Dit laat op de een of andere manier de gruwelijkheid van de scène zien zoals niets anders dat zou kunnen. Zo heeft hij de gave van het schijnbaar willekeurige detail. Ik wou dat ik dat kon als ik schrijf. Een ander voorbeeld is in Misdaad en straf: de moordenaar Raskolnikov is iemand wiens hart wordt geraakt bij het zien van een dier dat lijdt. Deze kleine details, die een diepte van lichamelijkheid geven aan zijn verbeelding, zijn belangrijk. Maar een misschien nog interessanter aspect is dat wat naar voren komt in een van de grote twintigste-eeuwse studies over hem door Michail Bakhtin. Bakhtin was de eerste die onderstreepte dat Dostojevski dialogisch en polyfoon werkt, waarbij hij verschillende stemmen in het spel brengt. Dostojevski laat de tegendraadse stem zoveel vrijheid als hij kan. Hij zei graag dat hij een beter pleidooi voor het atheïsme kon houden dan de meeste atheïsten. Die diepe verbeeldingsvolle bereidheid om in de geest en het hart van een ander te stappen, lijkt mij de kern van Dostojewski's prestatie en is iets wat ik altijd als zeer waardevol heb beschouwd. In zekere zin is het diep christelijk: als christenen geloven wij dat God verlost, niet door ons de stilte in te praten, maar door onze eigen menselijke stem in te nemen. De heilige Augustinus zegt dat Christus spreekt met de stem van een zondige en verloren mensheid; Hij neemt die tot Zich, Hij treedt op fantasierijke wijze binnen in de ervaring van een mensheid die heel anders is dan Zijn eigen serene en ononderbroken contemplatie van de Vader. Dostojevski probeert altijd over die barrière heen te komen in het hart van de ander. Hij zegt dus wat hij wil zeggen door die stemmen met elkaar te laten spreken; hij begint niet met een strakke agenda die hij vervolgens doorvoert, maar hij probeert de stem van de ander te bewonen.

U bent priester, theoloog, dichter en schrijver. Wat heeft het meesterschap van Dostojevski betekend voor uw leven?
Als priester heb ik altijd gedacht dat het essentieel is om tenminste iets van die bereidheid te hebben om je in te leven in de ervaring van een ander; niet om iemand van buitenaf aan te spreken, maar om te proberen in je hart en je gebed de persoon te begeleiden die om pastorale bijstand en raad vraagt. Deze houding zit diep in mijn hart als priester. Zelfs als theoloog zou ik zeggen dat ik mijn theologie graag in gesprek beoefen; ik heb graag een andere stem waarmee ik me kan engageren. Dit is soms een stem waar ik diep mee sympathiseer, maar soms ook een stem waar ik niet zo sympathiek tegenover sta. Hoe dan ook, het is een andere stem die onverwachte dingen uit mijn eigen geest naar boven haalt.

En als schrijver?
Ik denk hierbij aan de Anglicaanse dichter George Herbert. De meeste mensen zouden zeggen dat hij zo verschillend van Dostojevski is als maar mogelijk, en toch houdt ook Herbert ervan om een stem te geven. Hij houdt ervan om in zijn poëzie bepaalde aspecten van moeilijkheden, strijd en duisternis los te laten. Als priester weet hij niet goed wat hij daarmee aan moet, maar hij moet ze een stem geven, hij moet ze daar neerzetten. Zo heb ik als dichter het gevoel dat ik gevoelens, percepties kan verwoorden die niet per se daar zijn waar ik wil blijven, maar die er moeten zijn om gezien en begrepen te worden.

Zijn er scènes uit uit zijn boeken die in het bijzonder in uw hart zijn verankerd?
Ik denk hier aan die scène aan het begin van De gebroeders Karamazov, zijn laatste roman, waar de oudere Zosima - de heilige geestelijke raadgever - de familie Karamazov ontmoet en zich op de grond buigt voor Mitya, de oudste zoon, die een dronken losbandige soldaat is. Zosima vereert hem ten zeerste omdat hij in hem, profetisch, het lijden ziet dat hem zal breken en herschapen zal doen worden, en dat hem in feite, uiteindelijk, tot het morele middelpunt, het morele hoogtepunt van het verhaal zal maken. Dat beeld van de heilige oude man die buigt voor de soldaat is zeer krachtig. Dan, later in de roman, wanneer Zosima gestorven is en Alyosha, de jongste van de broers, bij zijn lichaam de wacht houdt en dit buitengewone visioen heeft van de starets wiens gezicht straalt. En de heilige vertelt hem dat er aan de andere kant van alles een onvoorstelbare vreugde en overvloed is, en dat de wereld schittert door de glorie van God, en dat we allemaal welkom zijn op het bruiloftsmaal. De titel van het hoofdstuk, "Kana van Galilea", is daar een evocatie van.

U houdt van de meer "mystieke" Dostojevski.
Ik hou eigenlijk van die momenten in Demonen waar Dostojevski's donkerste verbeelding naar voren komt en wat sommige mensen zijn "cinematografische verbeelding" hebben genoemd, dat is zijn vermogen om je een krachtige visuele scène te geven. Bijvoorbeeld, achterin in de roman, wanneer Pjotr, die een van de schurken van het boek is, een van zijn mede-samenzweerders heeft overgehaald om zelfmoord te plegen en de andere man met een pistool naar de kamer ernaast is gegaan. Pjotr wacht op het geluid van het schot maar er komt niets; hij gaat met de kaars in de hand de kamer naast hem binnen. Het is pikdonker en hij kan niemand in de kamer zien. Dan, eindelijk, draait hij zich langzaam om met de kaars en daar is de andere man, tegen de muur gedrukt, zijn ogen starend. Pjotr laat van schrik de kaars vallen en de andere man pakt Pjotr's hand en bijt zijn vinger tot op het bot af. Het is een cinematografisch moment van buitengewone kracht en het maakt deel uit van de voorstelling van de angstaanjagende, irrationele afgrond van kwaad en vernietiging die dat boek opent. Het is voor mij een onvergetelijke scène. Het is een van de meest schokkende dingen die Dostojevski schrijft.

Wat kan Dostojevski de mensen leren die nu leven in een nieuw tijdperk, waarin de oude categorieën om de wereld te begrijpen niet langer geldig zijn? Wat kan hij bieden aan onze postmoderne wereld, getekend door de pandemie?
Een daarvan is natuurlijk dat Dostojevski gelooft dat lijden niet iets is wat God bij wijze van straf toebrengt, maar dat lijden altijd een deur is om iets te leren, vooral iets over de broosheid die wij allen met elkaar delen. Als mensen zijn we niet beschermd en dus moeten we elkaar beschermen. We zijn niet onsterfelijk, we worden niet gespaard voor pijn en mislukking. Daarom is het belangrijk om succes en controle niet te verafgoden, maar om steeds te bedenken hoe we onze zorg en bescherming voor elkaar kunnen verdiepen. Ik denk dat dit fundamenteel in hem is en natuurlijk berust het op zijn diepe christelijke overtuiging van de schepping en de menswording. Het tweede is het thema dat in De gebroeders Karamazov meer dan eens opduikt in Zosima's eigen overpeinzingen over zijn leven en in Mitya's ontdekking later in het boek: wij zijn verantwoordelijk en moeten verantwoording afleggen voor elkaar. Dat wordt soms karikaturaal voorgesteld alsof Dostojevski alleen maar zou zeggen "nou, we zijn allemaal schuldig". Dat is het niet, maar we zijn allemaal verantwoordelijk. De toestand van de wereld waarin wij ons bevinden is iets waarvoor wij verantwoordelijkheid dragen; het is iets waarvoor wij, zoals Dostojevski zou zeggen, "onbeperkte verantwoordelijkheid" dragen.

Wat bedoelt u daarmee?
Dat betekent niet dat wij proberen voor alles en iedereen verantwoordelijkheid te dragen, maar dat er, waar wij ons ook bevinden, een roep om verantwoordelijkheid zal zijn die wij niet van tevoren kunnen bepalen. Wij weten niet waar het vandaan zal komen, maar waar wij ook zijn, er is altijd een moment waarop God kan binnenkomen en zeggen: "Ik houd je verantwoordelijk voor deze situatie." Dit is onze wereld. Wij maken er deel van uit en wij zijn verantwoordelijk voor deze toestand. Wij delen de broosheid rondom ons en dus is onze taak bescherming, zorg, en het risico dat daarmee gepaard gaat.

Welke roman zou u aanraden aan hen die overwegen boeken van deze auteur voor het eerst te gaan lezen?
Ik zou tegen degenen die bang zijn voor Dostojevski willen zeggen dat wat vaak wordt vergeten door Britse lezers, en veel andere lezers ook vermoed ik, is dat hij een schrijver is met een groot gevoel voor satire. Wij zien hem niet als een komiek omdat hij zich bezighoudt met horror en tragedie. Maar hij is in feite een groot satiricus en zijn portretten van verschillende soorten seculier en religieus leven - bijvoorbeeld de buitengewone figuur van pater Ferapont in De gebroeders Karamazov, of het zelfingenomen gekwebbel van de liberale intellectuelen in Demonen - zijn grappig. En ze zijn grappig bedoeld. Ze zijn zeer scherp en zeer komisch om niet te vergeten. Maar als ik iemand voor het eerst kennis zou willen laten maken met Dostojevski, zou ik hem waarschijnlijk naar Misdaad en straf sturen. Het is niet waar ik begonnen ben, maar het is misschien wel de meest toegankelijke roman. Het is het verhaal van een verwarde jongeman met koortsachtige gedachtenkronkels, zozeer zelfs dat zijn innerlijke fantasieën hem tot een verschrikkelijke misdaad brengen en hij moet ontdekken wat hij gedaan heeft en wat de gevolgen daarvan zijn. Hij wordt omringd door groteske en opnieuw komische en tragische figuren. Het heeft momentum, het heeft energie. Sommige van de latere romans zullen langer duren om in te komen, maar dit is een goed begin.

En voor wie Dostojevski al gelezen heeft, maar hem wil herontdekken?
Dan zou ik Demonen aanraden. Hoewel het niet zo'n diepgravende roman is als De gebroeders Karamazov, heeft het een diepgaande, meedogenloze analyse van onze eigen zelfmisleidende, egoïstische gewoonten: de manier waarop een intellectuele klasse gecorrumpeerd en triviaal kan worden, de manier waarop revolutionaire vurigheid en verlangen naar gerechtigheid een excuus voor geweld kunnen worden, de manier waarop diep sinistere krachten hierin binnendringen en een soort vacuüm creëren dat anderen naar binnen zuigt. Het is een zeer ontnuchterende roman, maar wel een die we in een tijdperk van post-waarheid en nihilisme, enzovoort, zouden moeten lezen en overdenken.